Donderdag 6 mei 2010

Vandaag vertrokken we van uit Nes Ammim en dat betekend weer vroeg op, ook kijken of er niets is vergeten, zoals bij Ginosar. Het eerste wat we bezochten waren de mooie tuinen van de Bahai in Haifa De vergulde koepel is het herkenningsteken van dit heiligdom, maar nu niet omdat deze werd gerestaureerd. Het is een bedevaartplaats voor de aanhangers van deze godsdienst en is gebouwd van Chiamposteen, in westerse stijl maar met een oosterse versiering. Het park, dat uitkijkt op de baai en is aangelegd volgens motieven die doen denken aan Perzische tapijten, trekt veel kijkers. Haifa ligt op de berg Karmel, waar we hebben stil gestaan bij het offer van Elia, kiezen voor God of kiezen voor de Baäl, na jaren van droogte. Het offer van Elia werd aangenomen en God gaf weer water. Na de koffie werd de reis voortgezet naar Caesarea met zijn vele opgravingen. Caesarea was verdwenen onder de zeespiegel en bedolven onder het zand. In 1940 werd het ontdekt door vissers. Hierna kwamen Italiaanse archeologen, die er meer dan twintig jaar werkten. Zij hebben het grote Romeinse theater bij de zee blootgelegd, een van de fraaiste uit de Oriënt. Ook hebben we het aquaduct bekeken. Deze Romeinse constructie ui de 2de eeuw verving een eerder aquaduct. Het bestaat uit tweeaquaducten die 9 km lang zijn en brachten water uit de bronnen in het noorden van het land. Onze laatste stop was bij de Bijbelse tuinen van Neot Kedumim., en toen gingen we op naar Jeruzalem onder het zingen van Psalm 122. Een mooi hotel maar midden in de stad. We kregen bijna heimwee naar de Kibbutziem met z’n groen. S’Avond een rondrit door Jeruzalem van de Olijfberg en de nieuwe stad, de Klaagmuur. Het was een drukke dag.